Ben je gek op natuur, zet IJsland dan maar op je bucket list. Al ga je maar een paar dagen, het zal lijken of je weken weg bent geweest. Komt voornamelijk door de afwisselende landschappen. Ga je in de winter, dan is alles natuurlijk wit. Maar vanaf april komt het groen erdoorheen en zul je versteld staan wat er tevoorschijn komt.

Badderen in de Blue Lagoon
Er zijn twee bekende things to do als je naar IJsland gaat: de Blue Lagoon en de Golden Circle. Die eerste is natuurlijk wereldberoemd, en moet je echt geweest zijn. Alleen al de route erheen is magisch door de uitgestrekte lavasteenvelden. Maar de baden zelf zijn toch wel het mooist. Wel onder water blijven, want daarboven is het steenkoud.

Kleding en walvissen spotten
Veertig kilometer verderop ligt de hoofdstad Reykjavik, dat meer oogt als een gezellig vissersdorp. Met heel veel eettentjes. En winkels: van wollige tot hippe varianten met mooie Scandinavische merken. Beneden in de haven liggen de boten al klaar om walvissen te gaan spotten. Wat je natuurlijk ook echt moet gaan doen. En daarna is het dan echt tijd om een auto te gaan huren, want dan zie je nog veel meer.

Gouden rondje met de auto
De bekendste route rondom Reykjavik is de Golden Circle. Je komt dan langs het Thingvellir National Park waar je een fijne wandeling kunt maken. Vervolgens rijd je door naar Geysir, de bekendste geiser van het eiland. Ooit spoot hij wel 80 meter in de lucht, maar tegenwoordig lukt dat niet meer. Maakt verder niet uit, het blijft een leuke bezienswaardigheid. Dan the last but not least: Gullfoss. De mooiste waterval van IJsland, waar je ook nog eens heel dichtbij kunt komen.

Jökulsárlón aan de zuidkust
De Golden circle is een leuke route, maar let wel, ook heel toeristisch. Wil je wat meer het gevoel krijgen dat je alleen op de wereld bent, rijd dan naar het zuidelijke deel van IJsland. Je zult tientallen kilometers geen enkele auto langs zien komen, en geen mensen. Laat staan benzinestations, zorg dus dat je je auto goed voltankt voordat je vertrekt. Wel ga je héél veel watervallen zien. Op een gegeven moment kom je bij het mooiste uit wat je in die dagen hebt gezien: Jökulsárlón, het grootste gletsjermeer in IJsland. Je ziet zeehonden vrolijk rondzwemmen tussen de ijsbergen, die door de stroming langzaam richting zee drijven. Aldaar aangekomen klappen ze weer terug op het strand, wat ik eigenlijk nog wel het meest indrukwekkende vond. Op het zand lijken het net kristallen.

Hotel in het lavaveld
Van al die indrukken word je best moe, dus moet je wel goed slapen. En dat lukt wel in Hotel Ion. Ze hebben zelfs een spa, met geweldig uitzicht. Dat je overigens ook vanuit de bar hebt. Het hotel ligt in het gebied van de Golden Circle, dus ideaal om vanuit daar al je tripjes te starten. IJsland is een absolute aanrader waar je eigenlijk gewoon geweest moet zijn. Hier leer je wel van de natuur te houden. Ok, behalve dan op de momenten dat je onderweg de geisers ruikt..